Terug

Ingoma

foto context foto 1 context foto 2 context foto 3 context foto 4 context foto 5 context foto 6 context foto 7 geluidsfragment 1 geluidsfragment 2

De ingoma is een met dierevel bespannen trommel waarvan de bovenkant altijd breder is dan de onderkant. Meestal is de ingoma cilindrisch en versmalt hij pas onderaan het instrument, maar de versmalling kan ook geleidelijk en over de gehele lengte van het instrument gebeuren. De productie van een ingoma is een lang en delikaat werk en wordt dan ook toevertrouwd aan gespecialiseerde trommelmakers, geholpen door een huidbewerker die het vel prepareert.

De klankkast is een uitgeholde boomstam meestal van de umuvugangoma, of “hij die de trommel doet spreken”, alhoewel ook andere boomsoorten in aanmerking komen. De trommelmaker kiest een boom uit waaruit hij vier of vijf ingoma kan maken. Na omhakken en verzagen van de boom blijft het hout ter plaatse liggen om een tijdje te drogen en wordt daarna grotendeels uitgehold, de verdere afwerking gebeurt bij de trommelmaker thuis. De buitenkant wordt gladgemaakt en de binnenkant verder uitgehold tot de wanden zo’n 20 tot 23 mm dikte hebben. De afmetingen kunnen variëren van 40 tot 130 cm hoogte met een diameter van 50 tot 70 cm bovenaan en 10 tot 20 cm onderaan. Tegenwoordig wordt ook een metalen vat (200 l) gebruikt om een trommel te maken wat niet alleen goedkoper is, maar ook gemakkelijker om maken. De klank ervan is echter niet te vergelijken met de houten trom en  het gaat hier dan ook om een minderheid. Beide openingen van de klankkast worden met huid overspannen, de behaarde kant van de vacht naar buiten. Eerst worden de huiden geweekt, dan worden de vleesresten afgeschraapt en tenslotte worden de huiden opgespannen om te drogen in de zon. De wijze waarop de huiden op de klankkast worden aangebracht is specifiek voor de ingoma en onderscheidt zich van andere membranofonen. De vellen onder- en bovenaan worden door middel van vertikaal aangebrachte smalle repen vel met elkaar verbonden en zo opgespannen over de klankkast. Dit opspannen is een complex gebeuren waarbij meerdere personen betrokken worden om alle handelingen correct te laten geschieden. Voor grote instrumenten wordt zo’n 50 lopende meter aan repen verwerkt.

Het ingoma-ensemble dat vandaag de dag bespeeld wordt, bestaat uit 8 tot 10 trommels en evenveel uitvoerders. Naar toonhoogte worden drie types onderscheiden: de ishakwe, de inyahura en de igihumurizo:

De ingoma worden enkel door mannen bespeeld bij feestelijke gebeurtenissen of ter verwelkoming van een belangrijke gast. De trommelaars gebruiken bij het spelen twee houten stokken imirishyo. Om de klank van het instrument op de juiste toon te brengen  wordt, vňňr het spelen, het trommelvel opgewarmd bij een vuurtje of in de zon geplaatst.


Voor meer informatie zie publicaties van het KMMA:

© KMMA/Jos GANSEMANS