Terug

Indingiti

foto1 foto2 foto3 context foto geluidsfragment

De indingiti is een snaarinstrument met één enkele snaar en behoort tot de categorie van de vedels. De klankkast, meestal een koehoorn maar soms ook een houten klankkast of zelfs een metalen blikje, is cilindervormig (13 tot 16 cm hoog en een diameter van 10-12 cm die vernauwt tot 8-9 cm). Over de holle klankkast wordt aan de bovenzijde een stukje koeievel gespannen en er aan vastgenageld met spijkers of met de doornige pinnen van de acacia. Aan de zijkant van de klankkast wordt de hals van de indingiti bevestigd. Het is een rechte houten stok van 35 tot 50 cm lengte die door de klankkast steekt zodat aan dit korte uiteinde de snaar kan worden vastgemaakt. De hals zelf meet 25 tot 40 cm. Bovenaan de hals wordt op 3 cm van het uiteinde een gat geboord waarin, verticaal een stempin geklemd wordt. Aan deze pin wordt de andere kant van de snaar bevestigd, en wel zo dat de snaar wordt opgerold door de pin rond zijn as te draaien, waardoor de speler de juiste grondtoon kan instellen. De snaar zelf is meestal uit plantaardig materiaal gemaakt en loopt over de klanktafel via een kammetje waardoor ze los komt van de klanktafel. Tenslotte is er nog de boogvormige strijkstok die bestaat uit een dunne gebogen twijg en een touw uit plantaardige vezel.

Bij het bespelen wordt de hals van het instrument in de linkerhandpalm gehouden, zodat de snaar met de vingers kan gestopt worden, hierbij gebruik makend van het tweede vingerkootje van de wijs-, midden- en ringvinger. In totaal kunnen dus vier tonen geproduceerd worden met een interval van telkens een secunde zodat een ambitus van een kwart bekomen wordt. De klankkast van de indingiti wordt tegen de buik gehouden en met de rechterhand wordt de boog gehanteerd.

De bespeler van de indingiti is tegelijk de zanger en speelt meestal solo. De indingiti wordt meestal niet bespeeld door oudere mannen of door vrouwen. De muzikant heeft zijn eigen repertoire dat wel gebaseerd kan zijn op, of flarden bevatten van, dat van andere uitvoerders. De gezongen teksten behandelen het dagelijkse leven op de heuvels en soms ook politieke gebeurtenissen.

De indingiti is afkomstig uit Uganda en is pas in de twintigste eeuw in Burundi binnengebracht. Sommige bronnen spreken vanaf 1910, andere pas vanaf 1940. Vast staat dat de indingiti niet tot het traditionele organologische patrimonium van Burundi behoort.

Enkel de Hutu bespelen de indingiti en begeleiden daarmee populaire gezangen indirimbo over gebeurtenissen en over het leven op de heuvels.

Eén keer werd een indingiti aangetroffen met twee snaren, waarvan de ene snaar als een soort ostinate bourdontoon fungeerde en op de andere snaar de melodie werd gespeeld.

Enkele vaste karakteristieken van de muziek zijn de instrumentale inleiding en de strofische opbouw, naast het unisono klinken van instrument en zang. Door deze unisono heeft de muziek qua ritmering invloed ondergaan van de gesproken taal die gebruikt maakt van korte en lange lettergrepen.


Voor meer informatie zie publicaties van het KMMA:

© KMMA/Jos GANSEMANS