De atumpan is de belangrijkste spreektrommel van het Akan-volk. Het is het basisinstrument bij uitstek voor de begeleiding van de dans. De atumpan is een bekervormige trommel op voet die in paar bespeeld wordt, meestal door een masterdrummer die daarbij twee hoekvormige stokken gebruikt. Het vel is opgespannen in een metalen ring die is vastgehecht aan de buitenkant van de trommel met 7 à 8 conische pinnen. De trommel is ongeveer 1 m hoog en heeft een diameter aan de bovenkant van 45 cm. Omwille van zijn gewicht wordt hij onder een hoek in een houten stand geplaatst. Een variante bestaat erin twee lange houten stokken in twee gaten van de trommel te bevestigen waar normaal gesproken de conische pinnen zitten waaraan het vel vastgemaakt is.
De trommels steunen dan op de stokken (Dagomba, Mamprusi). Bij sommige volkeren zoals de Sissala wordt er een stok in de grond geslagen en worden de twee trommels door middel van touwen vastgemaakt. De atumpan is uit één stuk hout vervaardigd. Hij is aan de onderkant open en veel smaller dan aan de bovenkant. Tijdens parades wordt de atumpan op het hoofd gedragen en bespeeld door een tweede persoon die achter de trommel loopt.
De twee atumpan-trommels staan afgestemd op elkaar. De laagste toon wordt
vereenzelvigd met de moeder en symboliseert het vrouwelijke. De hoogste klank
wordt vereenzelvigd met het mannelijke. Deze twee klanken heeft men nodig om
berichten door te seinen van het ene dorp naar het andere. De Akan-taal is
een bitonale taal met een middentoon. De atumpan is dan ook het geschikte
instrument om berichten door te seinen.
De klank van de trommels is afhankelijk van de grootte van de trommel,
hoe groter de trommel, hoe groter het vel en hoe lager de klank is. De
atumpan wordt bespeeld met twee houten stokken, en het vel kan ook met de
handpalm afgedempt worden of met de vingers worden aangetikt.
Hij wordt traditioneel bespeeld door een masterdrummer (Dagomba
“Akrama”). Traditioneel worden de trommels voorzien van
decoratieve elementen ontleend aan de adinkra-symboliek, o.a. Gye Nyame,
Afenan, Adwo, Wawa aba en Sankofa. Sommige worden overtrokken met stof
voorzien van geometrische figuren (ruiten, rechthoeken), andere worden
beschilderd met blauwe of grijze verf of behouden de natuurlijke kleur van
het hout.
De atumpan wordt vervaardigd uit het harde en duurzame hout van de
Tweneboa-boom. In het verleden werd er een offer gebracht aan de boom,
meestal een ei, en werd er gebeden vooraleer men de boom velde. De trommel
wordt geïdentificeerd met de geest van de boom (Nketia 1957, p5).
De atumpan wordt als heilig beschouwd door de Ashanti, en er worden geen
bloed, kaakbeenderen noch schedels aan bevestigd (Rattray 1923, p263).
© KMMA/Dominik PHYFFEROEN