De gyil is het muziekinstrument bij uitstek van de Lobi, Dagati en Sissala. Iedere man kan in meer of mindere mate de gyil bespelen.
Deze xylofoon bestaat uit veertien houten toetsen, bevestigd op een rechthoekig kader dat gevormd wordt door zes rechtopstaande stokken die via een lat onder en bovenaan met lederen banden aan elkaar bevestigd zijn. De veertien toetsen zijn door middel van een lederen band aan mekaar vastgemaakt en hangen boven het rechthoekig kader. Onder elke toets wordt door middel van een draad een kalebas opgehangen die dienst doet als resonator. In de kalebas zijn er verschillende gaten gemaakt, waarover een vlies gekleefd wordt waarmee de spinnen hun eieren afdekken. Dit vlies trilt mee telkens men de toets aanslaat en bepaalt zo door deze "buzz"-toon het timbre van de geproduceerde klank.
De twee stokken zijn vervaardigd uit hard hout met bovenaan twee
rubberen bollen uit gerecupereerde oude autobanden en worden vastgemaakt
met lijm.
Er bestaan verschillende soorten gyil's, naargelang van de
sociale context waarin de muziek wordt uitgevoerd. Bepaalde gyil's
zijn vervaardigd om alleen bespeeld te worden tijdens
begrafenisceremonieën, andere zijn gereserveerd voor
initiatierituelen, en nog andere zijn bedoeld voor profane doeleinden.
© KMMA/Dominik PHYFFEROEN