Naamvariant: obusheegu
De ensheegu is een conische randgeblazen fluit. De onderzijde is open en kan dienen als vingergat, met de linkerwijsvinger bediend, om een andere toon te bekomen. Doorgaans heeft de ensheegu geen versieringen, slechts soms worden bij bamboe exemplaren eenvoudige geometrische patronen in de wanden gebrand.
Het instrument wordt verticaal voor de mond gehouden tussen duim en wijsvinger van beide handen. Met de linkerwijsvinger wordt de opening onderaan afgesloten. De speler blaast langs de bovenrand van het instrument en kan twee tonen produceren. De ensheegu wordt altijd in groep gespeeld. Doorgaans bestaan deze ensembles uit drie fluiten van verschillende grootte waardoor er drie verschillende toonhoogten zijn (hoog, midden en laag). Soms kan het ensemble groter zijn en is de ambitus dan ook ruimer. De melodische en ritmische patronen per speler zijn steeds beperkt tot een of twee tonen, gespeeld in een hoketus-stijl waarbij melodie en ritmische patronen door elkaar worden gespeeld. De ensheegu met de hoogste toon wordt door de leider van het ensemble gespeeld, hij krijgt meer ruimte om te improviseren en stuurt het ensemble. De drie categorieën van ensheegu hebben elk hun specifieke naam, die varieert naargelang de streek.
De meest lenige ensembles combineren deze speelstijl met allerlei bewegingen, ze springen, ze rollen over de grond en dansen terwijl ze toch met precisie blijven spelen. Soms is er ook een soort nar die het optreden met komische gestes aanvult.
De bezetting waarin de ensheegu voorkomt kan lokaal nogal uiteenlopen, sommigen spelen enkel solistisch en instrumentaal, anderen combineren het met zang, of zelfs met trommels.
Vroeger werd de ensheegu bespeeld om de koning en de koninklijke trommels van Igara, Buhweju, Buzimba en Ankole te eren, en om bepaalde ceremonies op te luisteren. Tegenwoordig zijn de tradities van de koninkrijken verdwenen en is het belang van de ensheegu verminderd, tijdens festiviteiten wordt het instrument wel nog bespeeld.
Los van de toonhoogte kunnen vier groepen ensheegu worden onderscheiden in Ankole; Een eerste type is gemaakt uit bamboe, is slechts onderaan konisch, is 12-15 cm lang, heeft soms gebrande versieringen en komt voor in Igara. Een tweede type is gemaakt uit klei, wordt ter versteviging omspannen door een slokdarm van een koe, meet 9,5 cm en komt ook voor in Igara. Het derde type is de koninklijke ensheegu van Ankole, het is een reeks van 13 bamboefluitjes van 16-19 cm lengte, omspannen met een stukje slokdarm van een koe of het vel van een varaan om de twee helften uitgeholde bamboe bijeen te houden. Het vierde type werd gebruikt door de koninklijke ensheegu van het voormalige Buzimba, een ensemble van zes bamboefluiten die echter niet meer bestaan, maar verloren gingen bij een brand. Zij hadden als enige een vingergat in de zijkant van de buis en bestonden uit één stuk.
voor meer informatie zie: VAN THIEL, Paul, "Multi-Tribal Music of Ankole. An ethnomusicological study including a glossary of musical terms". Uitgegeven door het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in de reeks Annalen, Menselijke Wetenschappen nr.91, 1977, 234 pp.
© KMMA/Paul VAN THIEL