Deze drie éénvellige open trommels uit de Anlo-Ewe muziekcultuur vormen samen de traditionele Ewe-percussieset. De traditionele muziek van de Anlo-Ewe werd uitvoerig bestudeerd door Alfred Kwashi Ladzepko en Kobla Ladzepko (University of Berkeley) en Andreas Meyer (1997 p 70-75).
De kagan-trommel is de smalste trommel van de Anlo-Ewe
percussieset. Hij is ongeveer 50 à 60 cm hoog met een diameter van 15
à 20 cm.
De sogo-trommel is ongeveer 70 cm hoog en heeft
bovenaan een diameter van 22 cm en onderaan van 30cm. In het midden verbreedt
deze trommel tot ongeveer 35 à 40 cm. De trommel is binnenin volledig
hol en de wand is ongeveer 2 cm dik. Aan de onderkant zijn sommige trommels
voorzien van een klankgat van ongeveer 1.5 cm diameter. Dit klankgat is
aangebracht ter hoogte van 7 cm van de onderkant. Het klankgat dient om de
klank die binnen in de trommel wordt gevormd naar buiten te geleiden.
De kidi-trommel is de kleinste van de Ewe-percussieset met
een hoogte van 40 à 45 cm en een diameter bovenaan van 20 cm en
onderaan van 25 cm. De trommelwand is ongeveer 2 cm dik.
Bovenaan wordt deze trommels bespannen met een geitenvel dat over het
klanklichaam wordt gespannen en bevestigd met koorden aan zeven houten
conische pinnen om de spanning van het vel te regelen en de toonhoogte te
bepalen. Ze worden bespeeld met twee houten stokken. Hij wordt diagonaal
tussen de benen gehouden, waarbij de trommelaar achter de trommel zit op een
stoel. De kagan-trommel produceert een hoge heldere toon, de hoogste
van het percussie-ensemble, de sogo-trommel heeft een vrij hoge klank.
In een ensemble kan de sogo zowel optreden als leidende trommel of als
begeleidingsinstrument. Wanneer hij optreedt als leidende trommel wordt hij
bespeeld zoals de atsimevu.
De aanslagtechniek is dezelfde als bij de sogo-trommel.
De kidi-trommel wordt uitsluitend bespeeld als begeleidingsinstrument voor dansen en liederen.
Bij het begeleiden van dansen en liederen karakteriseren deze trommels zich door het spelen van cross rhythms.
Soms worden ze versierd, met adinkra-symbolen of met decoratieve traditionele elementen ontleend aan de natuur, o.a. de zee en het water. In sommige gevallen zijn ze beschilderd of voorzien van geometrische figuren en gekartelde lijnen.
© KMMA/Dominik PHYFFEROEN