De lung doo is een dubbelvellige zandlopertrommel die behoort tot de familie van de gesloten trommels. Hij is uit één stuk hard hout vervaardigd en bespannen met twee vellen uit geitenvel. De lung doo is ongeveer 35 à 40 cm lang en heeft een diameter van 18 à 22 cm. De trommel wordt met een riem aan de schouder gehangen. De toonhoogte kan men wijzigen door de riemen die de twee vellen samenhouden met de arm onder de oksel samen te drukken. Beide vellen worden daarmee aangespannen en produceren, na het instrument aan te slaan, een hogere, heldere open toon. Er kan glissando gespeeld worden zowel naar boven als naar onderen toe. De lung doo-trommel wordt gebruikt tijdens het begeleiden van dansen en gezangen en wordt aangeslagen met een houten stok.
Deze trommels krijgen soms een laagje verf om het uitzicht te verfraaien
maar ook om hem te beschermen tegen insecten.
Bij de Dagomba en de Mamprusi heet hij Lunga, bij de Sissala
singsenge, bij de Kassena gungonga,
en bij de Akan donno. Allen zijn het
gesloten zandlopertrommels, met kleine verschillen naar vorm, grootte en
functie binnenin het ensemble. Samen met de iets langere
lung nianga en de
bastrommel gungon nu behoort de lung doo
tot het percussie-ensemble van de Frafra te Gambaga.
© KMMA/Dominik PHYFFEROEN