Terug

Engalabi

foto foto foto foto geluidsfragment geluidsfragment

Naamvariant: omugalabi, engaija, egaabi, omugudu, omugwabe.

De engalabi is een éénvellige cylindrische trommel met een lengte van 90 tot 120 cm en een diameter van slechts 20 cm. Het instrument is bovenaan even breed als onderaan, maar vernauwt in het middendeel en verbreedt tussen midden- en bovendeel. De engalabi is een éénvellige trommel, onderaan open en bespannen met een vel doorgaans afkomstig van in het water levende dieren of varanen (varanus exanthematicus) maar lokaal kan ook het vel van pythons en antilopen worden gebruikt. Omdat het een éénvellige trommel betreft wordt het vel niet geregen maar genageld met houten pennen. Deze pennen kunnen in een enkele rij of in zigzaggende dubbele rijen voorkomen en steken daarbij diep door de wand van het instrument heen. Ze worden aan de buitenkant bijgevijld tot ze niet ver meer uitsteken buiten het geschoren vel. De engalabi wordt over de schouder gedragen met een lint uit koeienvel dat boven- en onderaan de trommel vastgeknoopt wordt in daarvoor uitgespaarde gaten. Sommige instrumenten worden versierd met eenvoudige insnijdingen die rondom het instrument lopen en zo een dwarse cirkel vormen. Als het hout van het instrument splijt, wordt met behulp van olifantenhuid (maar tegenwoordig vaker tin) de barst bedekt en verstevigd.

Zoals bij de engoma wordt eerst de binnenzijde van de trommel uitgehaald en pas daarna wordt de buitenkant vorm gegeven. Er bestaan twee types engalabi wat de uitholling betreft: bij het ene type heeft de binnenkant dezelfde contouren als de buitenkant en bij het andere type heeft het instrument verticale binnenwanden met een verbreding bovenaan het instrument. Dit laatste type komt voornamelijk voor bij de Kooki en de Tagwenda. Alvorens het instrument te bespelen wordt het in de zon of naast een vuur opgewarmd om het vel op te spannen en aldus de klank te verrijken.

Er zijn drie manieren om de engalabi te bespelen: ofwel wordt het instrument onder de arm geklemd met het lint over de schouder, ofwel wordt het schuin op de grond geplaatst en geklemd tussen de knieën, ofwel plat op de grond gelegd en tussen de voeten vastgehouden. In het eerste geval staat de speler rechtop, in het tweede licht voorovergebogen en in het derde gehurkt. Het instrument wordt steeds met de handen bespeeld en bijna altijd door mannen, enkel bij de Tagwenda bespelen ook vrouwen de trommel.

De engalabi wordt nooit alleen bespeeld, maar steeds in combinatie met andere trommels en rammelaars. Hij wordt echter ook gebruikt als begeleiding van enkele melodie-instrumenten zoals de koninklijke fluiten en hoorns. De engalabi is onlosmakelijk verbonden met de danstradities zoals de ekizina bij de Kunta, de entogoro bij de Kooki en de Nyambo, en de ekitaaguriro bij de Tagwenda.

De uitzonderlijke polyritmes van de engalabi weerklinken, samen met de koninklijke fluit- en hoornensembles, aan het koninklijk hof van de Omugabe evenals op feestdagen elders in Ankole. De engalabi werd vroeger ook bespeeld tijdens de festiviteiten rond de "Nieuwe Maan" in de voormalige koninkrijken Ankole en Buzimba.


voor meer informatie zie: VAN THIEL, Paul, "Multi-Tribal Music of Ankole. An ethnomusicological study including a glossary of musical terms". Uitgegeven door het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in de reeks Annalen, Menselijke Wetenschappen nr.91, 1977, 234 pp.

© KMMA/Paul VAN THIEL