De petia is een éénvellige tonvormige semi-cylindrische
open trommel. Het is een vrij smalle en hoge trommel die een
mooie ronde toon produceert. Hij is ongeveer 60 à 70 cm hoog met aan
de bovenkant een diameter van 20 à 22 cm. In het midden is hij iets
breder ca. 30cm, maar naar onderen toe versmalt hij tot 15 à 18 cm.
Het vel wordt opgespannen door een metalen ring die op de bovenkant van de
trommel wordt bevestigd en door vijf houten pinnen samengesnoerd met
gevlochten koorden.
De petia-trommel is zoals de atumpan
altijd aanwezig tijdens de adowa-dans.
Voor het begeleiden van de dansen worden vaak
ostinatofiguren gespeeld die een constant ritmisch patroon aanhouden en die
als motor dienen binnen in het complexe geheel van ritmes.
De petia-trommel wordt gespeeld met een houten stok afgewisseld
met de handpalm en de vingertoppen. Hij is ook voorzien van decoratieve
elementen die ontleend zijn aan de adinkra-symboliek, naast
afbeeldingen uit het dagelijkse leven in het dorp, zoals bomen, dieren
trommelaars enz.
© KMMA/Dominik PHYFFEROEN